Rederij Wadden Transport

» Kapiteins Kroniek «

 

Regio's eerste eerlijke vrachtmarkt dankzij vertrek uit btw-vrijstelling (nr. 26)

10 november 2017

Collega Rederij Doeksen heeft in een persbericht aangekondigd in 2018 uit de btw-vrijstelling voor veerdiensten te stappen. Dit vertrek heeft meerdere consequenties, waaronder een mogelijke verhoging van kosten van bootkaarten voor eilanders. Daarvoor wordt hopelijk een politieke oplossing gevonden, maar hier hebben wij het over een ander gevolg van het vertrek van Rederij Doeksen uit de vrijstelling.

Ter voorbereiding, moeten wij eerst een aantal jaren teruggaan: einde jaren 60 van de vorige eeuw ontstond er een rechtsongelijkheid tussen privé veerdiensten en die van de overheid (die toen nog in grotere aantallen aanwezig waren). De privé veerdiensten vonden hinder in het feit dat zij verplicht waren om btw (omzetbelasting) te heffen over hun bootkaarten, terwijl concurrerende overheidsveren daartoe niet verplicht waren. Om dit ongelijkheid recht te trekken werd de regeling voor “btw-vrijstelling” in het leven geroepen.

Deelname aan de regeling voor btw-vrijstelling hield voor een rederij in dat ze vrijgesteld werd van het heffen van btw over haar geleverde diensten (bootkaarten). Ter vergoeding van deze vrijstelling moest de rederij afzien van haar recht op verrekening van vooraftrek btw over ingekochte diensten en leveringen (gasolie, onderhoud, investeringen, enz.).

Rederij Doeksen maakt tot heden gebruik van de btw-vrijstelling. Haar schepen vallen onder de klasse “niet uitgaande zeeschepen”, die door het ministerie van Financiën worden belast met het btw nultarief (0%) over ingekochte leveringen en diensten. De rederij kan met gemak deelnemen aan de regeling; er valt namelijk door de nultarief toch weinig /geen vooraftrek belasting te verrekenen. Een keuze dus met alleen maar voordelen.

Kort voor Prinsjesdag 2017 kondigde onze regering aan, naar aanleiding van een terechtwijzing van de Europese Commissie, per 1 januari 2018 het btw tarief voor “niet uitgaande zeeschepen” te verhogen van 0% naar 21%. Deze beslissing heeft financiële consequenties voor Rederij Doeksen en ze heeft aangegeven uit de btw-vrijstelling regeling te gaan stappen.

Rederij Wadden Transport maakt geen gebruik van de btw-vrijstelling. Onze veerboot m.s. Terschellinger Bank vaart niet als “niet uitgaande zeeschip”, en onze ingekochte gasolie, onderhoud, en investeringen zijn altijd met btw hoog tarief belast geweest. Ook is onze rederij verplicht om btw te heffen over onze diensten (bootkaarten).

De btw-vrijstelling voor veerdiensten door de laatste decennia heen is een bron van ongelijkheid en concurrentievervalsing geweest. Het effect ervan anno 2017 is om precies dezelfde rechtsongelijkheid te veroorzaken waarvoor het ontwerpen was om te voorkomen. De ene rederij moet btw over haar diensten heffen, de andere niet. Om de prijs van een € 100 overtocht aan boord een veer van Rederij Doeksen te evenaren moet onze rederij dezelfde dienst aan een particuliere consument bieden voor minder dan € 83.

Rederij Wadden Transport heeft meer dan 35 jaar haar diensten moeten bewijzen in deze ongelijke vervoersmarkt. We verwelkomen dan de juiste beslissing van de regering om dit aspect van het belastingstelstel per januari 2108 aan te passen. Wij zier er uit naar de komende periode wanneer wij, voor het eerste in het bestaan van onze rederij, kunnen verwachten onze diensten voort te zetten in een eerlijke en rechtgetrokken transport markt.

Uitspraak Raad van State (nr. 25)

9 augustus 2017

Rederij Wadden Transport op West-Terschelling krijgt op alle punten gelijk in de juridische strijd met de gemeente Harlingen. De Raad van State vernietigt het bestemmingsplan voor de Nieuwe Willemshaven. De gemeente heeft op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat er behoefte bestaat aan de geplande jachthaven met 225 ligplaatsen en hield totaal geen rekening met de belangen van Wadden Transport. (bron: Schuttevaer)